Overleveringswet
Artikel 45
1
Bij of in een Europees aanhoudingsbevel dient door de uitvaardigende officier van justitie te worden verklaard:
a
indien de opgeëiste persoon een onderdaan is van de uitvoerende lidstaat, dat, zo hij ter zake van de feiten waarvoor de overlevering kan worden toegestaan in Nederland tot een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf wordt veroordeeld, hij deze straf in de uitvoerende lidstaat zal mogen ondergaan;
b
indien het Europees aanhoudingsbevel strekt tot de tenuitvoerlegging van een verstekvonnis dat is gewezen zonder dat de verdachte in persoon is gedagvaard of anderszins in persoon in kennis is gesteld van de datum en plaats van de behandeling ter terechtzitting, dat de opgeëiste persoon na zijn overlevering in Nederland in de gelegenheid zal worden gesteld om een nieuw proces te verzoeken en aanwezig te zijn op de terechtzitting;
c
indien het strafbare feit dat aan het Europees aanhoudingsbevel ten grondslag ligt, is bedreigd met een levenslange vrijheidsstraf dat, in voorkomend geval, naar Nederlands recht de mogelijkheid bestaat van de toepassing van gratie op de opgelegde straf of maatregel.
2
Aan een verklaring, bedoeld in het eerste lid, is iedere persoon of instantie die in Nederland is belast met een publieke taak, gebonden.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.